Nieuws< terug
Vijf vragen aan Joan Haanappel
24 feb 2010
Kunstrijden staat wereldwijd garant voor hoge kijkcijfers. Zeker als de vrouwen hun afsluitende vrije kür rijden. Donderdagavond (plaatselijke tijd) valt in Vancouver de beslissing wie er bij de vrouwen olympisch kampioene wordt. Nederland ontbreekt opnieuw in de discipline, die in 1976 de laatste medaille buiten het langebaanschaatsen opleverde door Dianne de Leeuw. Vijf vragen aan oud-kunstrijdster Joan Haanappel, zelf twee keer deelneemster aan de Olympische Spelen.

,,In de korte kür zitten acht verplichte onderdelen, met een passen- en een zweefserie. De kür duurt maximaal 2 minuten en 50 seconden. In de vrije kür, die 4 minuten duurt, mogen de rijdsters bijna doen wat ze willen. Er zitten wel enkele restricties aan. Zo mogen er in de oefening op eigen gekozen muziek niet meer dan zeven sprongen zitten.''

,,Nee, er zijn geen nieuwe sprongen te bewonderen. Wel is het ijsdansen me opgevallen in Vancouver. Het was natuurlijk al uniek dat Noord-Amerika met Canada en de Verenigde Staten goud en zilver veroverde, maar ook dat het nu echt dansen was. Het ijsdansen was de laatste jaren zo overdreven geworden. Het ging meer om het spektakel met aankleding en zo dan om het ijsdansen zelf. We gaan weer terug naar de basis, zonder veren, rommel en frutsels.''

Enkele jaren geleden is na allerlei schandalen op de Spelen van Salt Lake City het jureringssysteem op de helling gegaan en is er een nieuwe manier van beoordelen gekomen. Werkt het?

,,Het nieuwe systeem is vooral bij de techniekbeoordeling redelijk zuiver. Grote schandalen zijn eigenlijk niet meer mogelijk. Bij de eerste cijferreeks voor de technische kant kijkt een technische specialist mee om aan te geven wat er precies fout is gegaan. Bij de tweede cijferreeks, over de artistieke waarde, geven de juryleden nog wel echt zelf een cijfer. In Vancouver wordt tot nu toe heel goed gejureerd.''

,,Manouk Gijsman is een talent. Ze had voor Vancouver al aan de eisen van de internationale schaatsunie ISU en het IOC kunnen voldoen. De eis van sportkoepel NOCNSF is heel zwaar, maar ze kan het wel. In Nederland zitten we in een lastige situatie. We zijn het enige land ter wereld waar hardrijden op de schaats bovenaan staat. Voor kunstrijden is te weinig geld. Het is een dure sport. Het houdt niet op bij kunstschaatsen; begeleiding en baanhuur zijn dure kostenposten. Kunstrijden in Nederland is een buitenbeentje geworden, wij willen allemaal alleen maar pootje-over. Als kunstrijden maar een tiende van het budget van langebaanschaatsen zou hebben, is er binnen enkele jaren weer succes.

,,De Zuid-Koreaanse Yu-Na Kim is de superster. Ze is de wereldkampioene, maar ze moet het nog wel doen op de Winterspelen. Het is een fantastische rijdster, de best betaalde wintersportatlete, een fenomeen.''


Oud-kunstrijdster Joan Haanappel. (©ANP)